Ruïnes, cenotes en 7-kleuren lagoon
28 februari 2017 - Bacalar, Mexico
Valladolid is een relatief klein dorpje midden tussen Playa del Carmen en Mérida. Met twee reisbuddies uit Mérida, Amy en Nico, ging ik hier naar toe. De dagen waren rustig. We zwommen in weer mooie cenotes en bezochten Chichen Itza. Hoeveel die laatste een van de zeven moderne wereldwonderen is, vond ik andere ruïnes wel degelijk zo mooi. Wel uniek was het sportveld met de stenen hoepels waar men een bal doorheen moest zien te krijgen en waarbij de winnaar werd opgeofferd aan de goden. Ons was geadviseerd zo vroeg mogelijk te gaan en dat werkte zeker in ons voordeel; om 08:30 uur waren er nog maar weinig dagjesmensen en het was ook nog te vroeg voor de verkopers gelukkig. Toen we twee uur later vertrokken, liep het al behoorlijk vol met Amerikanen en konden we bij de uitgang amper de verkopers ontduiken.
De volgende dag verliet ons reismaatje Nico ons en ging ik verder op pad met Amy en waren we nog maar met z'n tweeën. In twee uur waren we al vroeg in Bacalar. Dit is een klein dorpje aan de rand van een lagoon. Deze lagoon is prachtig met verschillende tinten blauw/groen water. In de middag huurden we een kajak en peddelden we naar de overkant van de lagune naar Pirate Cove. Hier lag een oud schip en in het ondiepe warme superblauwe water was het heerlijk zwemmen en pootjebaden. Dus we bonden onze kayaks aan een bosje en dreven in het water. Het enige wat nog ontbrak was Jack Sparrow die op een schildpad de cove in kwam drijven met een piña colada in de hand. Weer een heerlijk dagje dus. Aan het einde van de middag kajakten we met de ondergaande zon voor ons terug naar ons mooie kleine hostel. We vaarden nog langs een cenote die 180m diep was en al snel waren we weer 'thuis'. Het hostel deed me denken aan die op Isla Grande in Colombia. Een huis met drie verdiepingen, open met een veranda en terras op de eerste. Heerlijk vertoeven daar. Echter na 1 dag hadden we het wel gezien en besloten we verder te gaan. Next destination: Caye Caulker in Belize.
De volgende dag verliet ons reismaatje Nico ons en ging ik verder op pad met Amy en waren we nog maar met z'n tweeën. In twee uur waren we al vroeg in Bacalar. Dit is een klein dorpje aan de rand van een lagoon. Deze lagoon is prachtig met verschillende tinten blauw/groen water. In de middag huurden we een kajak en peddelden we naar de overkant van de lagune naar Pirate Cove. Hier lag een oud schip en in het ondiepe warme superblauwe water was het heerlijk zwemmen en pootjebaden. Dus we bonden onze kayaks aan een bosje en dreven in het water. Het enige wat nog ontbrak was Jack Sparrow die op een schildpad de cove in kwam drijven met een piña colada in de hand. Weer een heerlijk dagje dus. Aan het einde van de middag kajakten we met de ondergaande zon voor ons terug naar ons mooie kleine hostel. We vaarden nog langs een cenote die 180m diep was en al snel waren we weer 'thuis'. Het hostel deed me denken aan die op Isla Grande in Colombia. Een huis met drie verdiepingen, open met een veranda en terras op de eerste. Heerlijk vertoeven daar. Echter na 1 dag hadden we het wel gezien en besloten we verder te gaan. Next destination: Caye Caulker in Belize.
Of je het nu weet of dat je er daar achterkomt, ik vind het echt leuk.
Heb je wel iets bij je waar de aantal kilometers geteld worden die je aflegt tijdens je reis?
Volgens mij gaat de tijd, gevoelsmatig, in de laatste week steeds sneller.
Dus volop genieten maar weer.
Groetjes
Hoewel ik voor vertrek bijna een wandelende reisgids ben, krijg ik de info meestal ter plaatse. Dat maakt het ook zo leuk en verassend waar je ook komt :-)