Gloeiwormpjes en Auckland

9 december 2011 - Paihia, Nieuw-Zeeland

In Waitomo hadden we een hele dorm voor onszelf. Echt heerlijk om weer in een fatsoenlijke plek te overnachten. De volgende ochtend stonden we om 09:00 uur klaar om de grotten in te gaan. Wederom kregen we een wetsuit aan en met een paar rubberlaarzen eronder en een helm op met lampje erop werden we in een busje richting de ingang van de grotten gereden. Maar niet voordat we eerst moesten oefenen om van een waterval achteruit met een band om je kont het water in te springen. Daarvoor hadden ze een steiger gebouwd bij een riviertje en moesten we om de beurt springen. Niet moeilijk, maar wel weer in heerlijk ijskoud water. Lang leve de wetsuits! Nadat iedereen had gesprongen, zelfs een bange Duitse vrouw, gingen we de grotten in. Via een nauwe ingang met de tube op onze schouders gingen we de grot in. Voorzichtig, om niet uit te glijden op de natte rotsen, gingen we dieper de grot in totdat we bij het eerste watervalletje waren. We sprongen erin en daarna dreven we een stukje de grot door. Onze lampjes gingen uit en boven ons was het volledig verlicht met gloeiwormpjes. Zo’n 50 meter onder het aardoppervlak dobberden we in het donker over een ondergrondse rivier al kijkend naar de gloeiwormpjes. Wat een mooi gezicht, net de sterrenhemel. Na dit dobberen was het nog meer klimmen, springen en dobberen totdat we helaas bij het einde aankwamen en we naar ruim een uur weer daglicht zagen. Terug bij de basis konden we onder een heerlijke warme douche en kregen we bagels met tomatensoep. Jummie. Daarna zijn we richting het Coromandel schiereiland gereden om in Hahei uit te komen. 

In Hahei werden we erg vriendelijk ontvangen door een medewerker van het prachtige hostel daar. Een vent die door heel Europa heeft gereisd en nog steeds niet weet wat hij wil. Hij nam ons mee naar het strand en naar een prachtig plekje met uitzicht over Hahei Beach en de zee. De volgende ochtend vertrokken we richting Hot Water Beach. Een plekje waar iedereen zijn schep mee naar toe neemt en twee uur voor tot twee uur na laagtij gaten graaft om zijn eigen hottub te creëren. Het is niet zozeer Hot Water Beach die een interessante bezichtiging vormt, maar meer de mensen die zwetend van het graven zich in een laagje van 20 centimeter water laten zakken wat dan veel te heet blijkt te zijn en ze een slootje moeten graven naar de zee om kouder water toe te voegen. Dat hadden we dus snel gezien en zijn doorgereden richting het noordelijke puntje van het schiereiland. Na een klein half uurtje rijden kwamen we een strand tegen die volledig verlaten was. Hier hebben we ons handdoekje neergelegd, van de zon genoten en in de zee gedobberd. Wat een heerlijke dag was dat. 

De dag erna was het weer tijd om verder op pad te gaan. De eerste stop was Cathedral Cove. Een prachtig plekje, vooral als de hemel strakblauw is, wat in ons geval helaas niet zo was. Desondanks toch zo’n stukje land wat je wel even gezien moet hebben. Daarna bracht de reis ons via de kust in de richting van Auckland, waar we wederom een gelukje met het slapen hadden en voor een schijntje een tweepersoonskamer kregen toegewezen. Het liep tegen het einde van de middag en vanaf het hostel zijn we Mt. Eden opgelopen. Eén van de 48 vulkanen waarop heel Auckland gebouwd is. Vanaf hier hadden we prachtig uitzicht op de stad en voor ons een met gras begroeide krater. Bovenop Mt. Eden was een bus aangekomen met daarin een groep toeristen uit Indonesië. Wij weten nu hoe een aapje uit de dierentuin zich voelt, want zo werden we bekeken. Eén vrouw trok de stoute schoenen aan en vroeg of ze een foto van ons mocht maken. We gingen staan en de ene na de andere persoon kwam erbij staan en dat allemaal om met ons op de foto te gaan. Laten we zeggen dat het een bijzondere ervaring was. 

Gezien onze heerlijke kamer hebben we lekker uitgeslapen en zijn we daarna de stad in gegaan. Via de haven en de Sky Tower zijn we zo’n beetje de hele stad doorgesjokt. We hadden kaartjes gekocht voor de Tower die ’s avonds ook nog geldig waren, zodat we de stad in het donker ook konden zien, wat erg mooi was. Met een drankje erbij hebben we, totdat we erop werden gewezen dat de toren dicht was, zitten kletsen met een vent uit Australië op 182 meter hoogte. 

Vandaag zijn we weer verder omhoog gereden richting Paihia in de Bay of Islands. Zoals wel al vaker het geval was, is het ook nu bewolkt en waait het. Op een of andere manier zijn we altijd in de steden als het bloedheet is en op de tropische plekjes wanneer het iets minder is. Maar dat mag de pret niet drukken. Volgens de Lonely Planet, wat toch een beetje onze bijbel hier is, mag je Bay of Islands niet verlaten zonder iets op het water te hebben gedaan. Dus dat advies nemen we ter harte. Gezien de voorspelde windsterkte roei je je een breuk bij het kayakken en de grote snelle boten vinden we wat minder interessant, dus wordt het wederom een zeiltochtje, wat met een hoop wind toch erg mooi schijnt te zijn.