Een plotseling eind

16 november 2018 - Perth, Australië

Vanaf Coral Bay reden we Carnarvon. Dit kleine stadje had zelf niet heel veel spannends, maar wat er ten noorden van lag des te meer. Langs een kunstroute reden we dwars door duinen begroeid met bosjes en gras waar wilde graasden. Links lag de oceaan die tegen de hoge kliffen sloeg en op sommige plekken door 'blowholes' door de rotsen omhoog blies. We reden verder en verder en zochten eigenlijk een plekje om wild te kamperen. Echter vonden we een droomplekje bij Red Bluff voor een paar dollar. Tegen het einde van de middag kwamen we bij de boerderij aan die in een prachtige baai tegen de duinen op lag. We mochten zelf een plekje uitzoeken en vonden ons perfecte plekje pal aan het strand naast een paar door de wind kromgewaaide ruige bomen. We liepen over het strand en werden begroet door een groepje dolfijnen vlak voor ons in de zee die op vissenjacht waren. In de nacht ging de wind liggen en hebben we heerlijk geslapen met de golven van de zee vlakbij.
Toen we de volgende ochtend wakker werden hebben we eerst genoten van het uitzicht uit de tent. De wind was bijna helemaal gaan liggen en er was geen wolkje aan de lucht waardoor de zee een turquoise kleur had. Terwijl Bert vanaf het strand een hengeltje uitwierp, zat ik mijn verhaal te typen en keek ik uit naar eventuele dolfijnen. Later hebben we nog samen gevist vanaf een rots die net aan de oppervlakte lag. We vingen niets, maar ik vond het wel leuk om te proberen. In de middag vertrokken we vanaf dit prachtige plekje en reden verder zuidwaarts. We aten heerlijke zelfgemaakte ijsjes bij een fruitplantage in Carnarvon en vonden uiteindelijk een plekje dat sterk in contrast stond met Red Bluff. Dit was een cattle station met parkeerplekken aan een zogenaamde omgekeerde rivier. Deze rivier stroomt, op een korte periode na, alleen ondergronds. Hier hadden ze hottubs gemaakt van een warmwaterbron. Ook maakten we een wandeling over hun terrein waar echt allerlei rotzooi stond can de afgelopen 70 jaar ofzo. Koelkasten, auto's, fietsen, radio's. Bedenk het en het lag er.

Ons volgende routepunt was het kleine, maar leuke Denham wat in het zogeheten Shark Bay ligt. We wandelden wat door het dorpje langs het water en regelden dat Bert materiaal kon huren om te kitesurfen. Dit deed hij de dag erna op een lagoon vlakbij. Hier was het honderden meters ondiep en geen ander in de wijde omtrek te bekennen behalve een andere twee andere kiters. De omstandigheden waren perfect en Bert had een big smile op z'n gezicht en was maximaal aan het genieten. Ik heb relaxed op de zandbank gezeten, kijken en een klein beetje geholpen.
Na een aantal dagen hadden we Denham wel gezien en vonden we een pareltje vlakbij die we zelf niet bedacht hadden: François Peron National Park. Het was het noordelijke punt van het schiereiland en hier zagen we voor het eerst compressors bij de in-/uitgang staan en een adviserend bord met hoeveel psi er in onze banden moest. We begonnen met 30 psi en startten ons tripje. Dit was de meest (te) gekke weg die we hebben gereden. Alleen maar over super zacht zand, hopend dat er geen tegenligger aan zou komen, want de weg was net breed genoeg voor 1 auto op een inham eens per zoveel km. De route was prachtig! Duinen, groen en zand. Bovenop een duin zagen we de weg voor ons uitgestrekt zo ver totdat ie weer over een duin verdween. Ook waren er stukken bij die over kleipannen die met regen vast spekglad zijn, maar nu een afwisseling van de zachte zandwegen.
Op een gegeven moment zagen we voor ons iemand stilstaan en het zag eruit alsof hij vastzat (bogged). We stopten een eindje er voor op een wat steviger stuk zand zodat we zelf wel weer weg konden. Het mannetje was al druk in de weer met takjes ging weer proberen te rijden en kwam een 30 cm verderop weer in dezelfde situatie terecht. We boden onze hulp en schep aan en hielpen de man weer op weg. Halverwege plopte nog het teenplastic van z'n slipper eruit en zei met een zwaar accent: oh man, I popped my thong. We moesten zo lachen om dat drukke mannetje met z'n auto, maar we kregen hem weer op vastere grond. Net op dat moment kwam er nog een tweede auto vast te zitten op hetzelfde stuk. Die was echter zo handig om max-trax (Google maar😉 ) mee te nemen. Na dit allemaal aanschouwd te hebben, besloten we onze bandenspanning verder te verlagen naar 22 psi. Het waren net volle hamsterwangetjes, maar dat en flink gas erop houden kwamen we dat super superzachte deel door. Wel kwamen we af en toe letterlijk los van de stoel omdat we vol gas over een hobbel gingen. Maar het was dat of vast zitten.  Met de slappe lach van mijn kant (ik zat ernaast) en zweet tussen de billetjes aan de bestuurderskant, kwamen we aan bij Cape Peron. Hier waren we verbluft door de kleurcontrasten van het donkerrode zand met een bijna naadloze overgang naar het witte zand en daarachter de donkerblauwe zee. Hier kwamen twee stromingen samen wat het ongeschikt maakte om in te zwemmen. Een korte wandeling door de duinen, met de zee aan onze linkerhand leidde ons naar een vuurtoren en uitzichtspunt. Bovenop een klif zagen we onder ons al binnen vijf minuten haaien, roggen, schildpadden, grote vissen en zeekoeien zwemmen. Achter ons verzamelden zich op een strandje honderden aalscholvers. Na hier een tijd van te hebben genoten, liepen we terug naar Cape Peron en zochten we een slaapplaats. Deze vonden we al snel op een van de aangewezen campsites (in de nationale parken zijn weinig tot geen freecamps), waar niemand anders stond. Het waaide flink en we creëerden in de beschutting van de toilet een douche. Ik moest nog even naar het toilet en pakte wat papier om de deksel mee omhoog te doen (lichtelijk smetvreesje haha) en ineens vloog er iets uit de rol. Ik dacht een motje, maar het bleek een kleine slang te zijn die aan het vervellen was 😨 Met een stokje wiepten we het de bosjes in en ik had spontaan geen nood meer.

De volgende ochtend werden we vroeg wakker en reden terug via een ander strandje. Hier zagen we weer twee dolfijnen op vissen aan het jagen. We moesten weer over het stuk supermulle zand en nu mocht ik mijn offroad 4x4 kunsten laten zien. Het was flink gas geven, maar we haalden het zonder vast te komen zitten!!
Weer bij het begin van het park lieten we weer wat lucht in de banden en gingen weer verder zuidwaarts. Twee stopjes onderweg waren nog bijzonder. De eerste was Shell Beach, een strand wat bestaat uit ten minste 7 meter diep alleen maar witte schelpjes. Het water is hier extra zout en de enige beestjes die hier in kunnen overleven zijn die in de schelpjes leven. We hebben er een mooi kunstwerk achtergelaten. De andere stop waren zogeheten stromatolites. Dit werden een soort levende fossielen genoemd en zijn de oudste levende dingen op aarde. Kennelijk kun je dat maar op 4 plekken ter wereld zien. Niet dat het er zo bijzonder uitzag. Het leek wel op een stapels stenen in het water.
's Nachts sliepen we bij een Roadhouse aan de snelweg. Iets wat we nog niet eerder hadden gedaan.

Vanaf de Roadhouse reden we naar Kalbarri National Park. En hier merkten we dat we echt al enorm mooie dingen hadden gezien. Het park was echt heel mooi en begroeid met de mooiste wildbloemen in allerlei felle kleuren. De gorges vonden we echter wat tegenvallen vergeleken bij de rest. Ook hadden we hier het park niet voor onszelf zoals de anderen wel. Mensen hielden uitkijkplekken heel lang bezet met het maken van selfies. We besloten dat één dag genoeg was. Overnachten deden we in het gelijknamige dorpje een stukje verderop.

We merkten dat we al meer in de bewoonde wereld kwamen: afstanden tussen plekken werden korter en de ruimte ertussen was meer bewoond dan voorheen.
Via Hutt Lagoon, ook wel Pink Lake genaamd reden we naar Geraldton. Pink Lake is precies wat de naam doet vermoeden: een enorm roze meer met als contrast de korsten zout waar het droger is. De kleur komt door een carroteen in het water. Het effect is prachtig!

In Geraldton gingen we via Coronation beach om te kijken of Bert hier weer kon kitesurfen. Helaas bleek de wind niet mee te werken en ging dat 'm niet worden. Wel hadden we een e-mail van een Frans stel dat onze auto graag wilde zien. Deze hadden we drie dagen ervoor op internet te koop aangeboden met de gedachte dat het wel eens even kon duren. Ze kwamen heel serieus over, wat er voor zorgde dat we de auto maar even hebben gewassen en opgeruimd. Het oranje stof kwam nog uit de achterlichten gelekt. Ineens kwam het besef: als dit stel de auto koopt, zijn we aan het einde van onze Australië reis gekomen. We hadden het zo goed voor elkaar met onze daktent en handige spulletjes. We waren zelfvoorzienend en konden gerust nog drie maanden door. Er prikte een klein traantje achter mijn ogen. Maar goed, eerst maar eens richting Perth. Via de Pinnacles (Nambung NP), het eerste park waar we met de auto doorheen konden rijden als een soort safari in Afrika, reden we naar een camping in een ander nationaal park. Helaas was deze helemaal vol. Er tegenover lag een 4x4 weggetje waar we hoopten stiekem te kunnen kamperen. Dit werd afgestraft door honderden mugjes toen we uit de auto stapten om de tent op te zetten. Wegwezen!! Het werd uiteindelijk een stadscamping in Perth waar we ons laatste maaltje op het gasstel kookten en voor het laatst in ons tentje sliepen. Want de Fransen besloten onze auto te kopen voor boven onze vraagprijs. Tja, daar wil je geen nee tegen zeggen met nog tweeënhalve week vakantie over. We wilden niet nog verder en stress hebben van verkoop. Dan was dit een hele mooie optie. Bovendien, Perth was al bedoeld als onze eindbestemming in Australië.
Dus we legden onze bagage in het hotel, deden het nodige papierwerk en gaven de sleutels over. Ineens waren we niet meer mobiel en het voelde alsof we heel veel dingen waren vergeten. Werden we nu materalistisch? Nee, het zijn de herinneringen, avonturen, ervaringen en fantastische tijd die we samen met de auto hebben beleefd. En daar kwam toch soort van plotseling een einde aan. Maar het voelde ook wel goed dat het zo makkelijk was gegaan met de auto. Aankoop, gebruik en verkoop, wat was alles soepel verlopen terwijl we toch minstens 2 lekke banden en een garagebezoek hadden verwacht. Nou ja, dan was het nu nog even genieten van Perth. En is dat dan het einde van onze reis?

5 Reacties

  1. Gerrit:
    16 november 2018
    wat een prachtige belevenissen daar man, ik zou het denk ik niet doen maar kan er wel van genieten als jij het zo opschrijft. Is mij toch te basic denk ik. Mooi dat je de auto weer kwijt bent, en ach die laatste weken vermaken jullie je vast wel. Weer een beetje acclimatiseren naar de bewoonde wereld :) Geniet er nog lekker van.
  2. Dina de Jonge:
    16 november 2018
    Prachtige verhalen. Hier in Nederland hebben we fantastische plekken, maar dat kun je natuurlijk niet vergelijken met Australie. Krijg echt zin om het zelf een keer te beleven, maar dan wordt het een single-reis. We wensen jullie nog veel plezier de laatste weken. Groeten Hendrik enDina
  3. Jantje:
    16 november 2018
    Een prachtige reis door een heel mooi land. Opnieuw mooi om te lezen zo prachtig als jij het beschrijft! Wij wensen jullie de laatste weken van jullie vakantie nog heel veel plezier op jullie volgende bestemming. Groetjes!
  4. H&H:
    16 november 2018
    Opnieuw genoten van jullie belevenissen! Prachtige verhalen! Aan alles komt een eind, zo ook aan julie geweldige reis. Fijn dat jullie de auto konden verkopen, alleen jammer dat je nu meer gebonden bent. Jullie verhalen kennende....gaat ook dat goed komen. Geniet nog van jullie laatste weken en alvast een goede terugreis gewenst.

    P.s. Ik heb tegen Hindrik gezegd, wij zijn ook niet handig geweest, we hadden mooi jullie auto over kunnen nemen en de reis in omgekeerde volgorde maken of zoiets. Dus mocht je nog eens zoiets bedenken.........wij houden ons aanbevolen😊😊
  5. Warna:
    16 november 2018
    Wat weer een prachtig verhaal!!! Als je het leest heb je het idee dat jezelf meereist. Heerlijk.
    Heel veel plezier nog op jullie volgende bestemming en geniet nog van de laatste paar weekjes.